Michel Foucault worstelde met zijn verlangen naar vrijheid, lichamelijkheid en grenservaringen, terwijl hij tegelijk bleef ontleden hoe identiteit, verlangen en zelfexpressie gevormd worden door macht. Hij weigerde om zichzelf als persoon centraal te stellen en zag zijn biografie als irrelevant: niet de auteur, maar het denken moest spreken. Toch zocht hij in zijn persoonlijke leven — via lichamelijke intensiteit en experiment — naar ervaringen die het gevestigde zelf konden doorbreken. Zijn strijd was die van iemand die zichzelf wilde ontgrenzen, maar onverbiddelijk wist dat ook de zoektocht naar vrijheid nooit buiten macht en structuur valt.